SGP Goedereede

Goerees eerste raadsgriffier dhr. D.A. Koppenol is in 1957 te Naaldwijk geboren. De nu 46-jarige gewaardeerde ambtenaar uit het Westland komt, hoe kan het anders, uit een tuindersgezin. Voor het werk van zijn vader heeft hij nooit veel gevoeld. Zijn oom werkte daarentegen op het gemeentehuis van Naaldwijk en dat werk wekte zijn interesse.

Na de MEAO (bestuurlijke richting) ging hij dan ook in de gemeente Rijswijk op de afdeling financiën aan de slag en werd medeverantwoordelijk voor de gemeentelijke financiën, belastingen en verzekering van met name het gemeentelijk wagenpark. Intussen behaalde dhr. Koppenol zijn diploma 'Gemeente Administratie I' en in 1978 veranderde hij binnen de gemeente Rijswijk van afdeling. Financiën had hij inmiddels wel gezien en zette zijn loopbaan voort op de afdeling stadsontwikkeling. In totaal heeft hij 5 jaar bij de gemeente Rijswijk gewerkt. In 1981 ging hij naar de gemeente Bergambacht (afdeling Algemene Zaken), waar hij de gemeentelijke herindeling van de Krimpenerwaard heeft meegemaakt (hierbij werden de gemeenten Ammerstol, Bergambacht en Berkenwoude samengevoegd tot één gemeente: de huidige gemeente Bergambacht).

In 1992 maakte dhr. Koppenol de overstap naar de gemeente Goedereede. Hij werd in die tijd aangenomen als Hoofd Algemene Zaken en was tevens eerste loco-secretaris. Tot het takenpakket van de afdeling Algemene Zaken behoorde onder meer: volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, milieu, grondzaken (aan- en verkoop van grond), bijzondere wetten en bezwaar en beroep. Ook bureau burgerzaken viel onder de afdeling Algemene Zaken. Kortom een afdeling met een zeer ruim takenpakket. ‘Het boeiende van het werken bij de gemeente is dat je veelal te maken hebt met tegenstrijdige belangen', aldus Koppenol.

In 2001/2002 vonden in de gemeente Goedereede twee belangrijke gebeurtenissen plaats. Als eerste werd de reorganisatie van het ambtelijk apparaat in het gemeentehuis geïmplementeerd. Dit betekende een verschuiving van taken bij een groot aantal mensen. Verder werd in die tijd het dualisme in de gemeente ingevoerd. Door de invoering van dualisme in de gemeentepolitiek ontstond er scheiding tussen college (leden) en de gemeenteraad. Vroeger was de gemeentesecretaris zowel de secretaris van het college van burgemeester en wethouders als van de gemeenteraad. De wetgever heeft hier een einde aan gemaakt. Met de komst van het dualisme heeft de gemeenteraad zijn eigen secretaris gekregen: de raadsgriffier. Dhr. Koppenol werd voor deze functie gevraagd en heeft deze aanvaard. Dit betekende dat hij parttime griffier werd (18 uur) en voor de overige uren stafmedewerker projecten. Voor de functie griffier volgde hij de studie 'Leergang Griffier' aan de bestuursacademie.

Dhr. Koppenol, de eerste raadsgriffier van Goedereede, vindt dat rondom het dualisme in de gemeente Goedereede serieus is gehandeld. In een vroeg stadium zijn een aantal richtinggevende keuzen gemaakt. Zo zou met twee raadscommissie gewerkt gaan worden en werd al in een vroeg stadium in het seniorenoverleg besloten dat er snel invulling gegeven moest worden aan de functie van griffier. Dit resulteerde uiteindelijk in april 2002 in een daadwerkelijke benoeming.

Als stafmedewerker projecten is hij verder o.a. verantwoordelijk voor: Gebiedsgerichte aanpak en Mainport ontwikkelingen. Daarnaast noemt dhr. Koppenol diverse projectgroepen op waarbij hij betrokken is, o.a. in2 het kader van het Streekplan ZHZ, Deltanatuur (Zuiderdiep), Voordelta en De Enden. Bij deze functie is hij werkzaam als ambtenaar van de gemeente Goedereede en niet als griffier van de gemeenteraad. Vooralsnog heeft hij dit niet als een probleem ervaren. Uiteindelijk heeft hij 2 werkgevers. Aan de ene kant de gemeenteraad en aan de andere kant het college. ‘De belangen kan ik goed scheiden', aldus de griffier.

Volgens de Gemeentewet is de taak van de griffier de gemeenteraad en de raadscommissies terzijde staan. Voor hemzelf betekent dit drie dingen: ‘dat hij de 1e adviseur van de gemeenteraad is, dat hij de agenda voorbereidt voor raad en commissies en hij ziet het als zijn taak om het democratisch proces goed te laten verlopen’.

Op de vraag hoe de samenwerking met de secretaris is, antwoordt dhr. Koppenol dat hij ‘hiermee geboft heeft'. De huidige secretaris is na de invoering van het duale stelsel in dienst gekomen bij de gemeente, dit heeft als voordeel dat de taken tussen secretaris en griffier verdeeld zijn op basis van het duale stelsel. Hierdoor ontstonden, anders dan bij verschillende andere gemeenten geen wringende effecten van taken die vroeger tot de secretaris en nu bij de griffier behoren. Er is dagelijks onderling contact over lopende zaken en zonodig overleg. De samenwerking met de gemeentesecretaris is uitstekend. Dat hij midden in de bestuurlijke kant van het gemeentehuis zit, symboliseert ook wel de plek die hij na de reorganisatie heeft gekregen. Zijn kamer zit namelijk tussen die van de burgervader en de gemeentesecretaris in. De raad hoeft met deze positie dus eigenlijk niets te missen. ‘De gemeenteraad is goed op weg in het duale stelsel', aldus de griffier. ‘De instrumenten zoals moties en amendementen worden zonodig ingezet. Het kan echter nog beter, door alle instrumenten die het duale stelsel biedt zo goed mogelijk te benutten'. Hierdoor kan betere besluitvorming worden gerealiseerd en kan de raad zijn functioneren verder optimaliseren.

Toch kan hij het niet nalaten om een kritische noot te laten horen. Op de vraag wat hij vindt dat er anders moet, blijkt duidelijk dat hij niet tevreden is over het gebruik van het agendapunt: rondvraag. ‘Dit agendapunt wordt nog teveel gebruikt om vragen via de voorzitter aan het college te stellen', aldus Koppenol. ‘Hiervoor is de rondvraag in het duale stelsel niet bedoeld'. Hij is ervoor om alleen vragen te stellen tijdens een commissie vergadering om over de gestelde vragen onderling te debatteren'. ‘Het is een stille wens dat de raadsleden vragen met betrekking tot het college buiten de vergaderingen om laten lopen', aldus dhr. Koppenol. Vragen hoeven dan niet te wachten tot er een vergadering is. Door vóór de raads- of commissievergadering de informatie in te winnen, kan deze eventueel tijdens de vergadering worden gebruikt. Vragen kunnen rechtstreeks worden gesteld aan het college of een ambtenaar. Het is ook mogelijk dit via de griffier te laten lopen. Verder benadrukt hij nogmaals het juist inzetten van de instrumenten die binnen het duale stelsel beschikbaar zijn. Verder is zijn advies ingediende moties en/of amendementen goed op hun waarde te schatten, juist mede hierdoor kan goed beleid binnen de gemeente Goedereede worden neergezet.

Wel realiseert hij dat het dualisme ook een cultuuromslag in de gemeenteraad vergt. Dit kost tijd, maar hij ziet het als een uitdaging om dit proces verder te ontwikkelen.

P.J. Tanis & P.C. Grinwis