Het is een korte doch dierbare belijdenis, waarmee de dichter van Ps. 99 begint. Een belijdenis die velen verwerpen willen, omdat ze het Godsbestaan uit het hart willen bannen. Een belijdenis waaraan velen twijfelen vanwege het vele tegenstrijdige dat ze in die Gods regering menen te zien. Een belijdenis die zelfs bij Gods kinderen soms bange vragen oproept. Doch ook een belijdenis, die zeer troostrijk en aanbiddelijk is, als de Gods regering wordt beleefd.
Dat de Heere regeert, is duidelijk in wat geschiedt op de aarde. De wereldtonelen, de majesteit Gods in schepping en voorzienigheid en voornamelijk in het leven van de mens, predikt ons, dat de Heere regeert. Temidden van alle snode miskenning van de Gods regering, voert de Heere Zijn raad uit. Hij laat Zich nooit de regering uit handen nemen, al is het dat de diepgezonken mens Hem naar troon en kroon staat. Hij gaat voort met de uitvoering van Zijn raad, ondanks de bittere vijandschap van koningen, overheden en volken. In Psalm 33 lezen we: Schoon de mogendheden, snood’ ontwerpen smeden, Hij belacht haar haat. Het is niet alleen de goddeloze en godsdienstige wereld die de Gods rege-ring verwerpt en verdenkt, ook het volk dat door genade is getrokken uit de duisternis tot Gods wonderbaar licht, heeft soms veel tegen de Gods regering in te brengen. Vele voorbeelden uit Gods Woord bewijzen dit.
Zo was het ook met Elia, die klaagde, toen hij nederzat in de woestijn: “Heere, het is genoeg, neem nu mijn ziel, want ik ben niet beter dan mijn vaderen”. Er is zoveel donkerheid aangaande de weg des Heeren. Donkerheid in de wereld rondom ons en donkerheid in het hart van degenen die de Heere vrezen. Daarbij komen de beproevingen en zorgen des levens en de influisteringen van de vorst der duisternis. Onder dit alles kan het zeer bang worden. De vraag komt dan naar voren: “Wie zal ons het goede doen zien?” Geloofsdoorbreking roept uit: “Verhef Gij over ons het licht Uws aanschijns, o Heere”. De Heere regeert over al het geschapene. Hij regeert over de heidenen, over de satan en de zonde. Hij regeert over de vijanden die niet verder kunnen gaan dan Hij wil.
Vandaar is het zo nodig om op de Gods regering te letten, niet alleen in het grote, maar ook in het kleine. Hij ondersteunt en geeft kracht in het kruis. Het is ook een afgewogen kruis. De regering Gods ten opzichte van Zijn kerk is rechtvaardig, wijs en zacht. Dit wordt inwendig ervaren, als Sions regerende Koning door het geloof aanschouwd wordt. Gewis, velen onderwerpen zich morrende aan de Gods regering, zich schikkende in hun lot omdat het niet anders kan. Doch als de Heere Zijn volk lijdzaamheid geeft in de verdrukking, dan oefent Hij ze in het aanbiddden van de Gods regering. Dan kan de toekomst donker zijn en onheilspellende wereldweeën kunnen naderen, maar het geloof zegt: ”De Heere regeert”. De Heere geve afhankelijkheid; niet alleen te bespreken, maar ook te beleven.
Niemand kan zich van de Gods regering onttrekken. Hij bestuurt ons aller leven.
O, jong en oud, buigt nog heden onder Gods regering. Is de regering Gods in
uw oog als de verkeerde zijde van een kunstig handwerk? Allerlei draden
schijnen dan verward door elkaar te lopen. Doch als de réchte zijde gezien
wordt, is het een kunststuk. Zie, alzo is de regering Gods. Nu niet, maar na
dezen zult ge het verstaan. De Heere zal in eeuwig-heid regeren, Uw God, o Sion
is van geslacht tot geslacht. Dat Hij in ons leven de regerende Vorst zou mogen
zijn. Het veranderen van Koning is noodzakelijk. De Heere geve Zijn volk
vrijwillige onderwerping aan Zijn regering. Hij, Sions regerende Koning,
verbreekt niet alleen bij aanvang de tegenstand, doch doet het ook gedurig.
Van hun Koning zingt de dichter:
Maar eeuwig bloeit de gloriekroon
Op ’t hoofd van Davids grote Zoon.
Naar wijlen Ds. A. Hoogerland
Ouderling J. Tanis
De provincie vindt dat de gemeentes op het eiland moeten fuseren. Lees de artikelen van deze website.
De SGP-fractie van Goedereede is voorstander van Duurzame energie op de Brouwersdam. Lees de artikelen van deze website.