SGP Goedereede

"We mogen nog steeds volledig uitkomen voor ons geloof, als hetgeen we zeggen maar gebaseerd is op Gods Woord en conform een algemeen aanvaarde geloofsopvatting." Met deze hoopgevende conclusie besloot Arjan Klaassen donderdagavond 21 april zijn lezing voor Studievereniging Husaï. Samen met Christian van Bemmel was hij te gast bij de SGP-jongeren van Goedereede in Verenigingsgebouw Eben-Haëzer, waar beiden een lezing hielden over het thema 'vrijheid van meningsuiting'.

Vrijheid van meningsuiting is één van de grondrechten van onze democratische rechtsstaat die de afgelopen tijd bijzonder in de schijnwerpers staan. Vooral na de moord op Theo van Gogh in november 2004 heeft dit onderwerp aan actualiteit gewonnen. Tijd voor Studievereniging Husaï om er ook eens bij stil te staan, en dan voornamelijk vanuit het oogpunt van de SGP.

Juridisch

Arjan Klaassen, in het dagelijks leven advocaat, beet de spits af. In zijn lezing belichtte hij het thema vanuit juridisch oogpunt. Rechtszaken met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting moeten gesitueerd worden in de strafrechterlijke sfeer. Het Wetboek van Strafrecht noemt grenzen aan de vrijheid van meningsuiting. Zo mag deze vrijheid niet gebruikt worden om aan te zetten tot haat, door middel van discriminatie of iets dergelijks. Maar waar liggen de grenzen? Wanneer is iets discriminerend? Klaassen noemde als voorbeeld de processen tegen RPF-kamerlid Van Dijke en politiefunctionaris Van der Wende inzake hun uitlatingen over homoseksuelen. Volgens hun aanklagers waren deze uitspraken beledigend en discriminerend. Toch werden beiden door de Hoge Raad vrijgesproken. Hun uitlatingen waren gedaan binnen de context van hun geloofsovertuiging en het gerechtshof respecteerde dit. Dit bracht Klaassen tot de hierboven genoemde conclusie, dat wij als christenen in de huidige rechtsstaat nog volledig mogen uitkomen voor ons geloof.

Politiek

Christian van Bemmel, ook advocaat, legde in zijn lezing de nadruk op de vrijheid van meningsuiting in het politieke landschap. Voor politieke partijen is deze vrijheid van essentieel belang. Immers, zonder discussie kan geen enkele partij zich profileren. Wel is ook voor politieke partijen de vrijheid van meningsuiting aan grenzen gebonden. Zo mag in het beginselprogramma alleen datgene opgenomen worden wat niet in strijd is met de democratie. De vrijheid van meningsuiting wordt dus enerzijds door de wet beperkt. Anderzijds kan dit ook gebeuren door maatschappelijke druk van buitenaf, en wel op zo'n manier dat eenvoudigweg niet meer naar je geluisterd wordt. Een voorbeeld hiervan is de politieke carrière van Janmaat. Parlementariërs mogen veel zeggen. Ze mogen bijvoorbeeld niet vervolgd worden voor uitlatingen die ze doen tijdens vergaderingen van de Tweede Kamer (parlementaire immuniteit). Een onderhand klassiek voorbeeld is het kamerlid Ayaan Hirshi Ali en haar uitlatingen over de Islam. Volgens de rechter zoekt ze de 'grenzen' op, maar ze werd toch niet veroordeeld. Wel kreeg ze een merkwaardige boodschap mee: als ze zich veelvuldig van dergelijk taalgebruik bedient, is het nog maar de vraag of betreffende uitlatingen toelaatbaar zijn. In het laatste gedeelte van de lezing kwam aan de orde hoe de SGP tegenover de vrije meningsuiting staat. Het recht van deze vrijheid wordt door de partij gewaardeerd, omdat het niet vanzelfsprekend is. Zoals ook Klaassen in zijn lezing al aangehaald had, beschermt het ons als christenen tegen de intolerante liberalen. Wel stelt ook de SGP zich de vraag waar deze vrijheid eindigt. Mr. C.G. van der Staaij verwoordde het in De Banier van 8 april als volgt: "zowel een tekort aan vrijheid als teveel vrijheid brengt grote schade aan voor een samenleving. Enerzijds gaan de bestaande inperkingen ons niet ver genoeg. In bijvoorbeeld het bestrijden van onzedelijkheid, wordt nog teveel vrijheid gelaten. Anderzijds moeten we erop toezien dat die inperking niet te ver gaat in het opleggen van een geseculariseerde meerderheidsmoraal, we moeten ervoor hoeden dat de vrijheid niet teveel wordt ingeperkt." Deze twee benaderingen zorgen voor een spanningsveld. Maar dat kan niet anders. Het belangrijkste is dat we ons ook voor wat betreft dit thema laten leiden door de Bijbel, als Gods onfeilbaar Woord.

G.A. Koese

Terug naar overzicht